maandag 15 augustus 2011

Joodse Schriftuitleg (2)

Christelijke uitleggers gebruiken meestal slechts de normale protestantse hermeneutiek die zich met name concentreert op het meest letterlijk en eenvoudig begrijpen van de tekst (p’shat).
Soms wordt ook gebruik gemaakt van een griekse methode waarin de tekst wordt vergeestelijkt (allegorie). Dan verliest de tekst haar historische betekenis en wordt gemixt met associaties die totaal buiten de tekst staan. Wanneer mensen spreken van een ‘geestelijke betekenis’ van een tekst, dan lopen zij het risico de tekst uit zijn verband te halen of in het wilde weg zonder richtlijnen de tekst te laten zeggen wat men zelf wil!
Als werkelijk de niveaus van Pardes gebruikt worden, kan dit leiden tot goede ‘geestelijke’ conclusies, maar deze moeten wel in overeenstemming zijn met de letterlijke betekenis van de tekst.

Midrasj
Bepaalde ‘basisgeboden’ zijn zonder meer duidelijk. Om het gebod tot liefhebben te verstaan, hebben wij geen remez, drasj of sod nodig. Voor andere geboden geldt, dat de tijd waarin wij leven een midrasj behoeft, om het gebod te kunnen toepassen.
Midrasj is niet zozeer een literaire vorm, maar een manier van denken over de Schrift en een manier van antwoorden op de woorden van de Schrift.
De midrasj richt zich voornamelijk op remez en drasj. Er wordt gezocht naar een diepere bedoeling van de tekst. Het doel is: het Schriftwoord relevant maken voor nu.
De aanwezigheid van overtollige letters, de chronologie van gebeurtenissen, parallelle vertellingen en andere afwijkingen in de tekst worden vaak gebruikt voor de interpretatie van gedeelten van de tekst.
Een anomalie in de tekst moet niet ‘wegverklaard’ worden; ongebruikelijke tekstkenmerken, die opgevat zouden kunnen worden als ‘vergissingen’ of ‘tegenstrijdigheden’ worden door God toegestaan; ze hebben een reden om er te staan en kunnen dienen als katalysator voor midrasj.

Als de Evangeliën of bijvoorbeeld Koningen en Kronieken twee verschillende verslagen optekenen van dezelfde gebeurtenis, moet men niet meteen veronderstellen, dat er een 'synoptisch probleem' ligt. Verschillende mensen schreven vanuit hun eigen gezichtspunt, een volkomen natuurlijk menselijk fenomeen. Gods doel met het accepteren dat beide teksten naast elkaar staan, is om zaken te onderwijzen die niet geschreven zijn in de p'shat. Het associëren van de twee teksten kan de ogen openen voor iets nieuws dat niet nadrukkelijk in de teksten staat. De verschillende elementen samenbrengen is als het mengen van meel, water, eieren en boter om een cake te bakken. Al deze ingrediënten kunnen ook apart gegeten worden, maar smaken lang niet zo goed als een cake. Alleen p'shat gebruiken is als het eten van alleen boter. God staat toe dat de synoptische teksten met de 'problemen' die daarin gevonden worden er staan, zodat de lezer in staat is er een verklarende cake van te bakken door de ingrediënten goed samen te voegen.

Geen opmerkingen: