woensdag 24 augustus 2011

Joodse theologie van het christendom

De omstandigheden hebben het Jodendom ertoe gedwongen op een bepaalde manier om te gaan met het christendom. Zoals alle religies heeft het een apologetiek (verdediging van de eigen inzichten) en een polemiek (aanval op andere inzichten) ontwikkeld. Maar vanwege de grote druk heeft het Jodendom t.a.v. het christendom nog twee specifieke elementen ontwikkeld:
(1) een defensieve theologie (Het Jodendom heeft theologische posities ingenomen als reactie op christelijke theologische posities; op de betreffende punten voert het Jodendom meer oppositie dan het ooit gedaan had als het christendom niet bestond) en (2) een eigen theologie betreffende belangrijke christelijke ideeën (Het Jodendom zag zich genoodzaakt een eigen theologie te ontwikkelen t.a.v. onderwerpen die niet waren opgekomen als er geen christendom was geweest.)
Zo wordt n.a.v. de leer van de incarnatie en van de drie-eenheid gesteld, dat Yeshua participeert in de goddelijkheid die alleen toekomt aan de Ene God: een menselijk wezen wordt ten onrechte verheven tot de positie van God en als zodanig aanbeden. In de Middeleeuwen discussieerden Joodse schrijvers erover of dit afgoderij was; tegenwoordig zijn de meeste Joodse denkers het erover eens dat het christendom desondanks monotheïstisch is.
Zo heeft het Jodendom ook zijn visie op de Doop. Voor de meeste Joodse denkers geeft de Doop aan, dat het individu de Joodse gemeenschap verlaat en de Christelijke gemeenschap binnentreedt, een initiatierite. De conclusie moet dan wel luiden, dat messiaanse Joden geen Joden meer zijn.
David Stern stelt, dat de messiaans-Joodse gemeenschap haar voordeel moet doen met zowel de Joodse visie op het christendom als met de christelijke visie op het Jodendom.

Geen opmerkingen: